God is niet de oorzaak
Omdat deze coronacrisis zo dichtbij komt, zoeken we naar verklaringen. Op de een of andere manier vinden allerlei groepen hier wel een verklaring voor. En ook een zondebok. Want, ja, het ligt toch wel aan iets of iemand dat dit ons nu overkomt. Linkse politici vinden verklaringen, rechtse politici hebben hun mening. En ook in de kerk kunnen we maar al te snel een simpele conclusie trekken. Maar laten we al deze dingen maar aan God overlaten. Niet om het af te schuiven en zeker niet om God verantwoordelijk te houden. Nee, daarover is de Bijbel duidelijk. God heeft het kwaad niet gewild. Maar wij mensen hebben er altijd een hand in. Het is door onze zonde dat de schepping zucht. De schepping is aan de zinloosheid onderworpen, schrijft Paulus aan de Romeinen. Ze zucht, niet vrijwillig, maar vanwege de zonde. En zonde is dan niet een vaag concept dat ons als mensen is overkomen. Nee, zonde is een actieve daad. Zonde is concreet, misdaad. Faliekant naast Gods bedoeling. En met al onze goede bedoelingen en ideeën krijgen we dat kwaad van de zonde er niet onder.
God heeft er toch mee te maken
De coronacrisis raakt ons. Het is hét onderwerp in de media, al maanden lang. Maar vergeet niet dat de wereld zoveel groter is dan onze eigen samenleving. De coronacrisis raakt ons. En je zult maar op de IC hebben gelegen. Je zult maar een geliefde hebben verloren. Maar vergeet ook niet dat er zo ontzettend veel lijden in deze wereld is, in het klein en in het groot. Dat lijden plaatst ons voor grote vragen die wij niet kunnen oplossen met makkelijke antwoorden. Het probleem van het lijden is zelfs voor theologen het grote vraagstuk. God is niet de oorzaak van ziekte en lijden. En toch heeft Hij ermee te maken. Wat en hoe? Dat weet ik niet. Het kwaad treft èn de goddeloze èn de rechtvaardige. En God laat Zijn zon schijnen over goede en slechte mensen. En toch is God erop betrokken. Nee, Hij heeft het kwaad niet gewild. Maar Hij staat er ook niet buiten. Hij staat er boven. Eindeloos, maar niet onbewogen. Hij is er vooral in. Dàt is wat je als christenen te zeggen hebt: “Ik heb geen antwoorden op moeilijke vragen, maar ik weet wel dat God barmhartig en genadig is en juist in lijden en pijn is Hij erbij.” God is, ik bedoel het eerbiedig, Zijn eniggeboren Zoon kwijtgeraakt aan deze ellende. Onze zonde is opstand tegen God! Maar, dat vind ik altijd zo ontroerend in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, God heeft de mens getroost, toen hij bevend voor Hem vluchtte, door Zijn Zoon te beloven (NGB, art. 17). Wij op de vlucht, in onze afkeer van Hem. Hij, ons zoekend in Zijn Zoon!
Het kwaad heeft niet het laatste woord
Stel je voor dat God er niet zou zijn, dan was het inderdaad allemaal echt volstrekt zinloos. Maar nu heeft ziekte, ellende en verlies niet het laatste woord. Het kwaad heeft geen vrij spel. Als Paulus in Romeinen 8 schrijft over de schepping die zucht, dan zegt hij erbij dat ze in barensnood is. Het gaat dus ergens naar toe. Het loopt uit op de geboorte van iets. Barensweeën duiden op de komst van nieuw leven. En zo is het ook met de zuchtende schepping. Verwachtingsvol kijkt ze uit naar het moment dat, als alles is vastgelopen, God de toekomst openbaart. Dat is gegronde hoop, want de Heere Jezus overwon de dood. Hij ging er dwarsdoor en stond op aan de andere zijde van het graf. Daar hebben wij het vaste fundament van de christelijke hoop. In Hem is een nieuwe werkelijkheid realiteit. Nu roept God jou tot Hem. Dat doet Hij trouwens altijd, ook als er geen crisis of ziekte is, maar Hij is zo goed om je er nog meer bij te bepalen en het nog duidelijker te zeggen: Zonder Mij heb jij geen toekomst. Bedenk hoe God Adam opzocht na de zondeval. Zo zoekt Hij kinderen van Adam, om ze te redden en ze weer gelukkig te maken.