De Heilige Geest

In de Bijbel en in de Kerk De Heilige Geest

Waar komt de wind vandaan? Je hoort zijn geluid, je ziet alles bewegen, maar je weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat. Zoals de wind is, zo is de Heilige Geest. Trouwens die vergelijking tussen de wind en de Geest van God is ook heel treffend. Het is de Heere Jezus Zelf die deze vergelijking maakt. En niet zonder reden. Al voor de schepping was Hij er. En zoals Hij schiep, zo werkt Hij door alle eeuwen als de krachtige Stormwind van God, waardoor alles verandert.

Heel lang geleden, toen Adam er nog niet was, zweefde de Geest van God over de stille wateren van een ongevormde aarde. In de duisternis van voor de tijd was de Heilige Geest er en was Hij al de almachtige God die alle dingen levend en nieuw maakt.

De Geest als Schepper
Toen ging God uit het niets de dingen roepen alsof ze er al waren. Hij deed dat door het Woord, dat Vlees zou worden. En de Heilige Geest was de stille Kracht van God én van Christus, door Wie deze wereld geschapen is (Joh.1:3). De Geest was een eenheid met Hen. Diezelfde Geest is in deze geschapen wereld aan het werk geweest, en is dat nog. Hij heeft vanaf het begin van Zich laten horen: Vader, Zoon en Geest hebben gezegd dat het goed zou zijn dat Zij mensen zouden maken, naar Hun beeld en naar Hun gelijkenis. En heel lang na deze woorden ben jij geboren. De Heilige Geest heeft Zich vanaf het begin met jouw leven bemoeid. Je bent immers ook naar Zijn beeld geschapen en in Zijn Naam gedoopt?

De Bijbel over de Geest
Over de persoon en het werk van de Heilige Geest zijn bibliotheken volgeschreven. Zo vol, dat deze blog onmogelijk voldoende kan zeggen over de Geest van God. Daarom nemen we een kleine verzameling boeken, geschreven over een periode van zo’n vierduizend jaar en geïnspireerd door de Heilige Geest. En dan nog moeten we selecteren. Misschien is het goed om te kijken naar wat deze verzameling boeken (de Bijbel) over de Heilige Geest zeggen en om daarbij de verdeling te maken tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Maar ook die zijn niet van elkaar te scheiden als het om de Geest gaat.

Oude Testament
Genesis begint al, zo weet je nu, met de Heilige Geest (Gen.1:2). De Geest blijft echter in het Oude Testament als Persoon wat op de achtergrond, maar Zijn kracht en almacht zijn merkbaar in alles wat Hij doet. In het Oude Testament is het woord voor Geest hetzelfde woord als voor wind. De Geest is als de Adem van God. Wat Hij precies doet en wat Zijn werkingen zijn heeft dus altijd iets van een geheim. Je weet immers ook niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat (Joh.3:8). Maar dat de wind merkbaar is mag duidelijk zijn: suizende, zachte wind is aangenaam en een stormwind verwoest alles. De Heilige Geest is er als het volk door de woestijn trekt (Jes.63:11). Hij was daar de ‘goede Geest’ die hen onderwees (Neh.9:20). Het ontwerp en alle gereedschap voor de tabernakel kwam er, omdat de Heilige Geest Aholiab en Bezaleël letterlijk inspireerde (Ex.31:1-6). De richters werden met Gods Geest bezield (Richt.3:10). Als David boete doet voor Zijn zonde met Bathseba en de moord op Uria smeekt hij: En neem uw Heilige Geest niet van mij (Ps.51:13).

Oude- én Nieuwe Testament
Veel profetieën over de Heere Jezus in het Oude Testament gaan ook gepaard met beloften over de vervulling van de Geest. Jesaja, Jeremia en Ezechiël hebben gesproken over het nieuwe verbond dat er komen zou. De Heilige Geest wordt daar beloofd als de Geest van God, Die in ons binnenste gegeven wordt en die maakt dat je naar Gods wil zult wandelen. Daar geeft God een nieuw hart en een nieuwe geest (Ezech.36:26-27). Ook de Hebreeënbrief verwijst hiernaar. Het werk van de Geest is echter onmogelijk los te zien van het werk van Christus. En dat werk, Jezus’ omwandeling op aarde, begon met de doop in de Jordaan, waarmee Zijn dood en opstanding al afgebeeld werden. Op dat gewichtige moment daalde de Geest op Hem in de gedaante van een duif.

Jezus en de Heilige Geest
Na Zijn doop gaat Jezus In Lukas 4 door de Geest geleid (vers 1), de woestijn in om door de duivel verzocht te worden. Daarna gaat hij, door de Kracht des Heiligen Geestes (vers 14) naar Nazareth om in de synagoge te preken. Hij leest daar de eerste verzen van Jesaja 61 over de ‘Geest des Heeren’ (Luk.4:18). Jesaja profeteert in dat hoofdstuk over de komst van Iemand op wie de Geest des Heeren is, en Die daarom gezalfd is; Die gestuurd is om aan armen het evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart; om de gevangenen te prediken loslating en aan de blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren (Luk 4:18-19).

Als Jezus na de lezing het boek dichtgedaan en aan de dienaar gegeven heeft, kijkt iedereen in de synagoge Hem aan. Jezus gaat zitten. Staand las men de boekrol, zittend gaf men aan als mens te spreken. Probeer je eens voor te stellen hoe dat geweest moet zijn. De stilte tussen het sluiten en teruggeven van het boek en het moment dat Jezus gaat zitten en zijn mond open doet. Dan klinkt het: “Vandaag is deze Schrift in uw oren vervuld”.

Oud wordt nieuw
Het hoogtepunt in de Bijbel wat betreft de Heilige Geest is natuurlijk het Pinksterfeest. En precies daar komen het Oude en Nieuwe Testament opnieuw, net als bij Jezus’ preek in Nazareth, prachtig bij elkaar. Met het Oudtestamentische ‘feest van de vijftigste dag’ werd de oogst gevierd. Het graan was maanden terug gezaaid, in de aarde gevallen en gestorven. Maar uit dat zaad kwam nieuw leven voort en het resultaat, de oogst, werd feestelijk binnengehaald en het eerste deel aan God geofferd als dank. Je hoort natuurlijk al de woorden van Jezus die Hij over Zichzelf sprak als het stervende tarwegraan (Joh.12:24). Alleen als het in de aarde zou vallen en sterven zou het vrucht kunnen voortbrengen. Jezus is gestorven en uit dat sterven kwam vrucht voort. Het werd immers Pasen. En toen de vijftig dagen na Pasen vol waren, kwam de Geest.

Hier werd werkelijkheid wat de profeten al voorzegd hadden. En hoe. De Geest werd niet meegedeeld, of hier en daar gegeven. Nee, Hij werd uitgestort. Je moet je dat niet te karig voorstellen. Als een stortvloed werd Hij uitgegoten. En in het geluid als van een geweldige gedreven wind (Hand.2:2) zie je natuurlijk ook de verwijzing naar het oudtestamentische woord voor Geest. Zo is God de Heilige Geest: overvloedig rijk, almachtig, heerlijk, krachtig.

De Kerk als oogst
De Geest komt op het moment dat de oogst rijp is om binnengehaald te worden. Die oogst is de Kerk van alle eeuwen en plaatsen: vanaf de sluimerende schepping tot jouw geboorte en in alle eeuwen. En het bijzondere is dat de oogst niet toen klaar was, maar dat het werk van Jezus vrucht blijft dragen tot de jongste dag, en dat de Heilige Geest dat werk verheerlijkt zodat er geoogst kan worden. En precies dat is de achtergrond van zending en evangelisatie. De oogst moet binnengehaald worden. Overal moet de naam van de opgestane Heere Jezus verkondigd worden door de kracht van de Heilige Geest. Ook in jouw kerk. Wat doe jij trouwens met die verkondiging?

Werking van de Geest
Zoals de Geest was voor het begin van de tijd, zo zal Hij er Zijn tot in de eeuwen der eeuwen, ja tot in eeuwigheid. Hij zal Zijn onweerstaanbare, zegenrijke werk blijven doen, zoals Christus ons beloofd heeft (Joh.14:16- 17). Zonder de Heilige Geest blijft alles dood, door de zonde, en is er niets. Ezechiël zag in de geest een dal vol levenloze beenderen. Een beeld van ons! Je leest het in Ezechiël 37. De dorre doodsbeenderen komen alleen tot leven door het spreken van God. En zoals dat onmogelijke toch gebeurde, zegt God in Ezechiël 37:14: En ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven.

En als wij door de Geest alleen leven, zegt Paulus, zo laat ons ook door de Geest wandelen (Gal.5:25). Laten we God de Heilige Geest dan niet bedroeven (Ef.4:30), niet uitblussen (1 Thess.5:19), maar loven en prijzen, en Hem bidden om een rijke(re) mate van Zijn levendmakende, troostende en heiligende werking. De Kerk leeft niet, tenzij de Geest werkt. Daarom leert de Kerk ook bidden wat het Hooglied ons voorzingt: Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste (Christus!) tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten (Hoogl.4:16). Zo maakt de Geest de Kerk levend in Jezus Christus, de Heere.

Door Kees Jansen

Dit artikel verscheen eerder in Daniël.

Uitgelicht

Suggesties van de redactie

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: