Mijn laatste column!

Tatatata, tata, tatata, pom, klinkt het in het verlaten bos. In de verte zie ik een stipje langzamerhand dichterbij komen. Ik voel een koud knuistje in mijn hand. Twee blauwe ogen kijken me vragend aan: “Wat is dat, pap?”

Ik begrijp waarom hij dat vraagt. Normaal gesproken hoor je het gezang van vogels, het gesuis van de wind in de takken en zo af en toe gekraak van weghollende zwijnen. Maar dít geluid hoor je hier niet zo vaak.

Een minuutje later is het duidelijk: Een jongen van een jaar of achttien loopt ons tegemoet met een soort raketwerper op zijn rug. Die installatie produceert een geluid dat niet past in het serene bos, maar het roept wel herkenning bij me op. Diep van binnen worden er bij mij snaren geraakt. Mijn gedachten nemen een vlucht van twintig jaar terug in de tijd. Ik hield van dance en trance. Muziek die op ’s werelds bekendste dancefeest Sensation te horen is. Teksten ontbreken in dit genre en een aantal DJ’s is redelijk beschaafd, waardoor dit naar mijn overtuiging lang niet zulke ‘verkeerde’ muziek is als andere soorten. Bij andere varianten wordt vaak openlijk een ode gebracht aan (verboden) liefde, genot en de duivel.

“Pap, dat is toch duivelse muziek hè?”, wijzend met z’n handje naar de inmiddels gepasseerde muziekliefhebber. Twee kijkers – vol vertrouwen – staren naar me omhoog. Tja, wat moet ik daar nou op zeggen? Thuis heb ik weleens verteld dat popmuziek niet bij de Heere hoort. En alles wat niet van de Heere is, dat komt van de duivel. Dus deze muziek komt uit de hel.

Maar nu twijfel ik weer. Kan ik dat echt zo tegen hem zeggen? Want hoe zit dat met klassieke muziek die vaak in onze huiskamer klinkt? Is dat wel allemaal tot eer van God? Ik roep mezelf tot de orde. “Stop met dat tweegesprek in jezelf. Bedenk wat de Bijbel hierover zegt en wees eerlijk.” Popmuziek gaat niet samen met Bijbellezen. Het lijkt in de verste verte niet op de psalmen, die alleen God op het oog hebben. Het is muziek die God niet de eer brengt. Het brengt je niet dichter, maar juist verder bij Hem vandaan. In deze muziek heeft God geen plaats en is dus god-loos.

En dan weet ik het weer. Ik neem mijn jongen in m’n armen en fluister: “Je hebt gelijk, lieverd. Van deze muziek wordt de duivel blij en de Heere verdrietig.” We lopen verder door het vredige bos en aan zijn blik te zien denkt hij: heerlijk, die helderheid.

Lees meer over het magazine.

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: