Belijdenis doen met lege handen

In het kleine dorp aan de Noordzee, aan de voet van de vuurtoren staan wij met dominee De Kok bij het monument van 1944. “Laten we ons gesprek over belijdenis doen maar hier beginnen” zegt de dominee, als hij wijst naar de vele kleine grafstenen van de slachtoffers die omgekomen zijn tijdens het bombardement in oktober 1944. Deze gebeurtenis drukt nog altijd een stempel op het leven van de Westkapelse bevolking. “Onder de slachtoffers waren veel jonge mensen, die nooit zijn gekomen tot het doen van openbare belijdenis. Voorafgaand aan het doen van openbare belijdenis staat altijd de vraag, of ik nu jong ben of oud: kan ik God ontmoeten?”

Wat is belijdenis doen?
“Belijdenis doen is een heel gewichtig moment, waarin je voor Gods aangezicht een eed aflegt. In artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat dat iedereen schuldig is om zich bij de ware kerk te voegen. Zij geeft geen ruimte voor het niet doen van belijdenis. Tegelijkertijd is een ja-woord uitspreken op de vier vragen van Voetius in onszelf een onmogelijkheid, omdat je daarmee belijdt een waar gelovige te zijn.
Deze worsteling voel ik als predikant ook vaak bij jongeren. Ik hoop dan zo dat deze nood uitdrijft tot Hem. Met je ja-woord beloof je volmaakt Gods wil te doen. Welk mens zou dat ooit kunnen? Alleen Christus kon volkomen de wil van Zijn Vader doen, en daarom mag je ja-zeggen met het gebed of je Gods genade mag ontvangen.”

Wat is nodig om belijdenis te kunnen doen?
“Ik zou willen zeggen: helemaal niks. We denken zoveel nodig te hebben maar we moeten een arme zondaar worden. Dan krijgt Gods genade betekenis!”

Meer lezen? Lees dan het interview met dominee De Kok en vier jongeren uit zijn gemeente op bladzijde 6-9 van Daniël#13.

Lees meer over het magazine.

Lees meer: