Geen woorden, maar daden

Tijdens één van mijn bijbanen werkte ik in een groothandel. De hele dag liep ik met zware dozen bananen en zakken kokosnoten te sjouwen. Meestal moest ik overwerken en dan werkte ik twaalf uur per dag.

Mijn collega’s waren erg divers. Er waren veel Polen en Turken. Zij hebben ieder zo hun eigen cultuur. Voor ons als bedaarde en nuchtere Nederlanders kunnen Polen en Turken agressief overkomen, terwijl ze dat niet zijn. Ze spraken gebrekkig Engels of Nederlands. Combineer dat met cultuurverschillen, zwaar werk en lange dagen en je begrijpt dat er regelmatig ruzie ontstond. Veel gevloek en geduw, maar nooit een vechtpartij.

Doorgaans waren de ruzies tussen de Polen en Turken gebaseerd op miscommunicatie. Ze spreken een andere taal en als je elkaar niet begrijpt en er is werkstress, dan gaat het al gauw mis. In de kantine zat men dan ook vaak uit elkaar. De Polen en Turken waren erg bevooroordeeld. Als je met de andere groep praatte, dan hoefde je niet bij hen te gaan zitten. Toch werd ik door beide groepen geaccepteerd, simpelweg omdat ik eerlijk en aardig was tegen iedereen.

Mehmed, een oudere man met een soort leidersrol voor de Turken, zei altijd als ik hem tegenkwam: “Haaa vriend, jij goeie jongen jij. Jij bent mijn vriend.” Tijdens een maaltijd zei hij ineens: “Gerben, jij bent altijd kalm. Jij vloekt niet en jij aardig voor iedereen, ook voor domme Polen. Ik heb altijd ruzie en zij vloeken tegen mij en ik vloek terug. Want ja, jij moet niet mij slecht behandelen…”

Ik vertelde dat ik volgens de leefregels uit de Bijbel probeer te leven. Dat betekent dat ik geduldig ben en mijn naaste liefheb. Mehmed zei dat hij dat ook moet doen van Allah. Hij bad daarom veel om voor zijn zonden te betalen. Sinan, een Turkse jongen met wie ik veel kon lachen, legde uit dat het een soort puntensysteem is. Als je één keer bidt dan kun je weer drie keer vloeken. Mehmed zei dat hij ook rustiger wilde zijn, dan hoefde hij minder te bidden. Toen heb ik Mehmed verteld dat ik niet zo’n goede jongen ben, maar dat ik ook niet hoef te werken om mijn zonden uit te wissen. Ik ben kalm en rustig omdat ik geloof in een genadige God die voor alles zorgt en alles goedmaakt.

Na een goed gesprek zei Mehmed dat hij rustiger zou zijn. Het lukte hem niet. Maar telkens als hij mij daarna zag, probeerde hij het wel. Dan veranderde hij zijn toon naar zijn collega’s of hij zei sorry. Dit liet mij beseffen dat het echt uitmaakt hoe je leeft. Je evangeliseert meer met je gedrag dan met woorden. Wat straal jij uit?

Lees verder over het magazine.

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: