Grinnikend wezen we elkaar op het thema van de preek. We zaten wat onwennig op de klapstoeltjes in de grote witte tent. Ik was een jaar of 9. Samen met mijn zus bekeek ik de liturgie van de interkerkelijke samenkomst tijdens onze vakantie in het buitenland. Een preek over bloemen, dat hadden we nog nooit gehoord.
Voorin, naast de voorganger, stond een prachtig boeket. Nieuwsgierig luisterde ik. “Eigenlijk”, begon de voorganger zijn verhaal, ‘wilde ik vanmorgen op elke stoel een bloem leggen uit dit boeket. Kijk, u zou dan bijvoorbeeld deze tak op uw stoel vinden.”
Hij wees op een eenvoudige tak met 3 groene bladeren eraan. ”Ik denk dat u het achteloos zou weggooien. Maar als u deze roos zou krijgen? U zou hem koesteren, en misschien thuis in een vaasje zetten.”
De inhoud van de preek, die morgen, ben ik weer vergeten. Dit voorbeeld niet. Een prachtig boeket, samengesteld uit verschillende kleuren en bloemen. Als ik iedere bloem apart bekijk, lijkt de één meer bijzonder dan de ander. De ene valt op. Aan een andere is weinig bijzonders te ontdekken. Heeft het daardoor ook minder waarde? Ik denk het niet. Elke bloem heeft zijn plek in het boeket. Elke bloem voegt iets toe. Kijk naar de bloemen!
Hoe kijk jij naar Gods schepping? Vormen wij mensen ook niet een prachtig samengesteld boeket? Ik betrap mezelf erop dat ik zo vaak aan het vergelijken ben. Wat is goed, wat is beter? Wie valt op, wie doet er toe? We doen ons best om allemaal die mooie roos te zijn. Door ieder gewaardeerd. Een eenvoudige tak zijn? Wie wil dat nu?
Kijk naar de bloemen! De Heere schiep een enorme variatie. De lelie op het veld geeft het gras zijn heerlijkheid (Mattheüs 6: 28-30). Bloei zoals je geplant bent. Eer je Schepper zoals je gemaakt bent. Op de plek die je gegeven is. Of je nu gras bent, of een lelie. “En ik zeg u, dat ook Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed is geweest gelijk een van deze.” Alle pracht en praal van de wijze koning Salomo verbleekt bij de volmaakte schoonheid van een bloem op het veld.
Debora Mensink