Simon Petrus. Op de voorgrond. Aanwezig. Na de naam van de Zaligmaker wordt geen naam zo vaak genoemd in de evangeliën dan de naam van Petrus. Uitgesproken ook. Niemand van de discipelen spreek zo vaak als Petrus. Simon, een visser, een robuuste diamant, wordt door Gods rijke genade Petrus, een rotssteen, leider van de christelijke gemeente na Pinksteren.
In de evangeliën lees je heel veel over Petrus. Hij hoorde bij de eerste discipelen van de Heere Jezus. Waarschijnlijk was hij (één van) de oudste. Hij was ook de eerste discipel, de leider van de groep (Matth.10:2). Petrus was samen met Andreas, zijn broer, een visser uit Kapernaüm. De eerste ontmoeting tussen Jezus en Petrus vond plaats toe Andreas hem tot Jezus leidde. Andreas was samen met Johannes bij de Jordaan toen Johannes zei: “Zie het Lam van God.” Later riep Jezus de twee broers met de woorden: “Volg Mij en ik zal jullie vissers van mensen maken” (Matth.4:19). Op dat woord verlaten ze hun netten en volgen Jezus en blijven bij Hem. De Rabbi kiest zijn volgelingen uit.
Jezus volgen
In het hoge noorden van Israël, dichtbij de Hermon, in Cesaréa Filippi vraagt Jezus Zijn discipelen: Maar gij, wie zegt gij dat ik ben? De mensen hadden allemaal wel een mening over Jezus. Maar hoe zien de jongeren Hem? Dan geeft Petrus een antwoord. Het is een machtige belijdenis, de rotsteen waarop Jezus Zijn kerk bouwt: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God (Matth.16:16). Dit inzicht in de afkomst van Jezus, heeft Petrus niet van zichzelf. De Vader van de Heere Jezus Christus heeft hem dat geopenbaard. Jezus spreek na deze belijdenis over het koninkrijk der hemelen, maar spreekt gelijk over de weg waarlangs Zijn koninkrijk komt: Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen en overpriesters en schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden (vers 21). Dat zint Petrus niet. Wat er dan gebeurt! De leerling neemt de Rabbi apart, en bestraft Hem. Het zal niet gebeuren! Maar Simon moet leren dat de weg van het lijden de weg is tot het leven. Simon moet niet als een rotsblok in de weg liggen, maar moet achter Jezus komen, afstand doen van al zijn eigen ideeën, zijn kruis opnemen en de Meester volgen.
Petrus liefde voor Jezus
Als je een ding kunt zeggen over Petrus, dan is het wel dat Hij de Heere Jezus hartelijk liefheeft. Kun jij je voorstellen dat je iemand zou verloochenen van wie je heel veel houdt? Nee toch? Petrus ook niet. Toch zegt Jezus dat hij Hem zal verloochenen. Dat gelooft Simon niet. Totdat hij de haan hoort kraaien en Jezus Zich omdraait en Petrus aankijkt. Wat heeft Petrus in die ogen gezien?! Liefde, èn verdriet. Petrus gaat naar buiten. De nacht in. Daar huilt hij. Zo intens, zo bitter: Wees mij genadig, o God (Ps.51:3). Hier eindigt Petrus zonder Jezus. Zijn Jezus verloochend…
Jezus liefde voor Petrus
De Borg moest de weg gaan naar het kruis. Dat moest van de Vader. Voor mensen als Simon, de zoon van Jonas. Maar Hij moest ook opstaan. Het schijnt dat het Evangelie van Markus ook vooral tot stand gekomen is door gesprekken met Petrus. En juist in Markus lees je dat de engel tegen de vrouwen bij het graf zegt: Zegt Zijn discipelen en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea (Mark.6:7). En Petrus! De Zaligmaker laat Zijn gevallen kind niet los. Petrus heeft al zo vaak alles op spel gezet, maar Jezus houdt Hem stevig vast. Bij de Zee van Tiberias peilt Jezus de liefde van Petrus voor Hem. "Simon, zoon van Jonas, heb je Mij lief?", “Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik u liefheb.” Opnieuw klinkt de oproep: Volg Mij. Dit was de laatste keer dat de Heere hem Simon noemde.