Vader, zoon en kleinzoon over toen en nu

Drie generaties Moerkerken, vader (73), zoon (37) en kleinzoon (14), vertellen openhartig over de tijd waarin ze opgroei(d)en. “De afgelopen vijftig jaar is er veel meer veranderd dan de zeshonderd jaar daarvoor.” De dominee groeide op in een tijd waarin de televisie nog taboe was, Huibert maakte de ontwikkeling van de computer en de mobiele telefoons mee en Arne groeit op met moderne media. Openhartig delen dominee A. Moerkerken, Huibert en Arne hun ervaringen en verhalen met ons.

Welke herinneringen stempelen uw en jouw jeugd?

Ds. Moerkerken: “Als je ouder wordt, ga je meer in je herinneringen leven. Ik denk vaak terug aan mijn kinderjaren, die ik doorbracht in Rotterdam. De dag waarop ik zes jaar werd, vergeet ik niet snel; het was de dag van de watersnoodramp. Het hele huis was in rep en roer. In die tijd kreeg ik een dubbele longontsteking, daarna is mijn gezondheid altijd labiel gebleven.
Er is in de afgelopen vijftig jaar veel meer veranderd dan de zeshonderd jaar daarvoor. Wij hadden een telefoon, die hing in de gang en als de telefoon ging, dan was dat heel bijzonder. In de jaren vijftig en zestig kwam de televisie en dat is een aanjager geweest van de ontkerstening. De bioscoop, daar kwamen we langs als we naar de kerk gingen. Ik durfde daar niet eens naar te kijken, je ging verloren als je daar naar binnen ging. Nu hebben we een bioscoop in onze binnenzak.”

Huibert: “Ik denk aan de eerste keer dat wij een computer kregen, dat was zó bijzonder. We stonden daar met het hele gezin omheen en maakten ons druk om wie het ‘aan’ knopje in mocht drukken. Ik ging ook naar mijn buurjongen om tv te kijken. Gek genoeg kan ik me uit de negen jaar dat we in Gouda woonden weinig preken herinneren, maar dat filmpje bij die buurjongen weet ik nog precies.”

Arne: “Ik ben geboren in de moderne maatschappij. Ik denk dat het voor mijn ouders best lastig is om alle ontwikkelingen bij te houden. Ik hoef niet naar de buren te lopen om tv te kijken, ik heb mijn mobiel op mijn nachtkastje liggen.”

De wereld kraakt, verlangen jullie naar Christus’ wederkomst?

Ds. Moerkerken: “Verlangen naar de wederkomst is wel een grote zaak. De Heere zal op die dag op Zijn rechterstoel zitten om te oordelen, het zal een dag van toorn en wraak zijn voor allen die God niet kennen. Ik vind het moeilijk om te zeggen dat ik naar die dag verlang, net zo goed durf ik ook niet te zeggen dat ik verlang naar de dood. Er zijn momenten waarop ik mag verlangen naar de Heere, maar dat is wat anders.”

Huibert: “Ik geloof zeker dat er verschil is tussen de kerk en de Kerk. Voor die tweede ligt de toekomst vast. Er is geen noodlot, maar het gaat wel naar een einde. Tijdens een preek hoorde ik eens de zin: Hij komt als een dief in de nacht. Ik heb daar veel over na zitten denken en ’s nachts moest ik daar zo aan denken dat ik niet durfde te gaan slapen. Stiekem hoopte ik dan dat het nog lang zou duren. Op die dag ligt de eeuwige staat van iedereen vast en als je beseft wat dat is, dan gaat het je duizelen.”

Arne: “De dood kan ook veel dichterbij zijn dan we denken. Toen ik in de eerste zat, was ik druk bezig met toekomstplannen. Ik heb toen een ongeluk gehad en dat is gelukkig beter afgelopen dan had gekund, maar dat heeft wel indruk op me gemaakt. De dood kan dichterbij zijn dan de wederkomst.”

Meer lezen van familie Moerkerken? Lees het artikel op bladzijde 6-9 van Daniël#23.

Lees meer over het magazine.

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: