Lijden

Psalm 73

Misschien geen onderwerp waar je eens even lekker voor gaat zitten: Lijden. Toch is het onderwerp dichterbij dan je denkt. Misschien niet in je eigen leven (gelukkig!). Maar de Bijbel spreekt heel vaak over lijden.

Een Bijbelboek waarin je veel kunt leren over het lijden is het boek van de psalmen. Veel psalmen hebben de vorm van een gebed. Mensen, zoals jij en ik, spreken tot God. Ze klagen over hun moeilijke omstandigheden. Ze stellen vragen waar ze zelf geen antwoord op weten. Ze danken de Heere voor de zegeningen die ze ontvangen.

In Psalm 73 is ook iemand aan het woord die veel heeft meegemaakt. Asaf, de dichter, kijkt naar de wereld om zich heen. Hij ziet mensen die leven alsof God niet bestaat. Zij hebben voorspoed. Ze doen slechte dingen, maar hen overkomt het goede (vs. 12).

Dat kan Asaf niet zomaar loslaten. Hij wordt afgunstig en jaloers. Het houdt hem bezig. Hij probeert het te begrijpen (vs. 16), maar hij kan er niet bij. Herkenbaar? Het lijkt alsof slechte mensen overal mee wegkomen. Het lijkt alsof het geen zin heeft om elke zondag naar de kerk te gaan, je bijbel te lezen en te bidden.

En gaat opeens het licht aan in Asafs leven! Dat kun je lezen in vers 17. De toon van de psalm wordt opeens anders. Het klagen maakt plaats voor wijsheid en bescheidenheid. ‘Totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde merkte’.

Asaf ziet nu ineens dat hij er zelf totaal naast zat: ‘Als mijn hart opgezwollen was en ik in mijn nieren geprikkeld werd, toen was ik onvernuftig en wist niets; ik was een groot beest bij U’ (vs. 21 en 22).

Hoe is dat te verklaren? Asaf zegt het zelf: ‘Toen ik in Gods heiligdommen inging’. Hij was in het huis van God en daar kreeg hij het juiste zicht. Asaf had eigenlijk altijd op de verkeerde manier naar de goddelozen gekeken. Hij vergat dat hun einde niet goed zou zijn (vs. 18 en 19). En hij vergat dat God juist hem voor altijd nabij wil zijn ‘ik zal dan gedurig bij U zijn’ (vs. 23).

Hij had niet alleen een verkeerd idee over zichzelf en de mensen om hem heen. Ook begreep hij ineens dat zijn idee over de Heere niet goed was geweest. Hij probeerde eerst de Heere te begrijpen ‘Nochtans heb ik gedacht dit te mogen verstaan, maar het was moeite in mijn ogen’ (vs. 16). Maar na binnengaan van Gods heiligdom probeert hij niet meer alles te begrijpen. Hij gaat geloven dat de Heere voor hem zorgt, ondanks dat hij nog steeds moeilijke dingen meemaakt. ‘Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid’ (vs. 26).

Het is genade als je zo in het lijden ervaart dat de Heere nabij is. Daar kan Asaf zijn mond niet meer over houden. ‘Ik zet mijn betrouwen op den Heere HEERE, om al uw werken te vertellen’ (vs28). Het lijden verdwijnt niet uit het leven van Asaf, en toch wordt alles anders! Wat een genade!

Lijden kan zomaar ontstaan in je leven. Denk dan eens aan psalm 73. En zoek de plaatsen op waar de Heere spreekt (‘Gods heiligdommen’). Dat is de kerk, maar ook de plaats waar je de bijbel leest. Een stille plaats om te bidden. Dat is de plaats waar zomaar je ogen kunnen opengaan. Niet om alles te begrijpen. Maar om mee te zingen met Asaf:

Maar 't is mij goed, mijn zaligst lot,
Nabij te wezen bij mijn God;

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: