Vlucht naar een andere bestemming!

In 2015 bereikte de vluchtelingenstroom naar Nederland zijn hoogtepunt. In het nieuws werd hier veel aandacht aan besteed. Harmen Schipper raakte in deze periode betrokken bij het vluchtelingenwerk. Op het AZC in Rotterdam-Beverwaard komt Harmen in contact met Bilal, een Afghaanse vluchteling. Er ontstaat een hechte vriendschap. Harmen: “Je krijgt veel terug voor het vluchtelingenwerk. Je ontvangt vriendschap en het bemoedigt mij ook om te zien hoe God in Bilals leven heeft gewerkt.”

In 2015 is er in Rotterdam-Beverwaard een asielzoekerscentrum (AZC) geopend. Harmen: "Toen ik het nieuws zag, wilde ik graag iets voor deze mensen betekenen. Mijn schoonouders waren al betrokken bij vluchtelingenwerk in Goes. Via hen hoorde ik dat een Palestijnse jongen vanuit het AZC in Goes werd overgeplaatst naar Rotterdam. Ik heb met deze jongen contact opgenomen. Dit was mijn eerste contact met vluchtelingenwerk. In deze periode ontmoette ik ook een groep Syrische mannen. We raakten aan de praat en ik werd diezelfde middag nog uitgenodigd om mee te gaan naar het AZC. Het was vooraf mijn gebed geweest of de Heere iemand op mijn pad wilde brengen. In de ontmoeting met de Syrische mannen zag ik duidelijk Gods leiding.”

Internationale diensten
Samen met vrijwilligers uit verschillende kerken in Ridderkerk was Harmen vaak op het AZC te vinden. Er waren veel gezinnen die contact wilden. Harmen: “Toen ik zag dat er veel vraag naar meer maatjes was, ontstond het idee om meer vrijwilligers uit de kerk te werven. Dit idee heb ik aangedragen bij de kerkenraad. Hieruit is de werkgroep vluchtelingen ontstaan.” In het begin was de werkgroep vooral gericht op het bezoekwerk op het AZC en het opbouwen van contacten. Later zijn er vanuit de werkgroep ook internationale kerkdiensten georganiseerd. Elke twee weken wordt er op zondagmiddag een dienst georganiseerd. Vier kerken uit Ridderkerk zijn hierbij betrokken en zijn om de beurt verantwoordelijk voor het verzorgen van de dienst. Harmen: “Het is mooi om met verschillende gemeenten de internationale dienst vorm te geven. Het bindt samen. De grenzen vallen weg. Daarnaast kun je de taken verdelen en zijn er meer vrijwilligers.” De dienst wordt in het Arabisch, Engels, Farsi en het Tigrinya vertaald. Ook worden er liederen in verschillende talen gezongen. Bilal: "De diensten zijn heel belangrijk en leerzaam voor mij. Ik ervaar de liefde van anderen en van Christus. Ik maak alles ervoor vrij om naar de internationale dienst te komen. Het is waardevol om in mijn eigen taal uitleg over de Bijbel te horen." Harmen: “Ik vind het bijzonder dat zoveel vluchtelingen, veelal moslims, de dienst bezoeken. Je weet niet wat het uitwerkt, maar ze zijn wel onder het Woord geweest. Het is mooi om met zoveel verschillende culturen bij elkaar te komen rondom Gods Woord. Alle bijzaken vallen weg. Het gaat dan om het grote doel, de verkondiging van het Evangelie. Ik vind psalmen en orgel heel mooi, maar uiteindelijk zijn het wel bijzaken. Je ziet dan waar het echt om draait.” Bilal: "Alle culturen komen samen in de naam van Jezus. De Heere Jezus is de wortel. Een boom kan niet zonder de wortel. Alleen als je leven in de Heere Jezus gefundeerd is, kun je vruchten voortbrengen."

In gesprek
Onder vluchtelingen zijn er veel moslims, die naar Nederland komen. In Oosterse culturen is het makkelijker om over het geloof te spreken. Harmen: "Je hoeft niet na te denken of er een God is, dat is in die cultuur een vanzelfsprekendheid. Er zijn veel raakvlakken tussen de Bijbel en de Koran. Het gaat dan niet om dezelfde God, maar er is wel een aanknopingspunt. Zo kun je langzaam het gesprek beginnen over de Heere Jezus, Die als Redder en Verlosser zonden kan vergeven."

Dit interview helemaal lezen? Kijk dan op bladzijde 8-11 van Daniël #15.

Lees meer over het

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: