Brieven aan zeven gemeenten

De apostel Johannes is door de Romeinse keizer Domitianus verbannen vanuit Efeze naar het Griekse eiland Patmos in de Egeïsche Zee. Johannes krijgt de opdracht om alles op te schrijven en als brief aan zeven gemeenten te sturen: Éfeze, Smyrna, Pérgamum, Thyatíra, Sardis, Filadélfia en Laodicéa. Deze zeven gemeenten vertegenwoordigen de hele christelijke kerk op aarde. In 8 weken staan we stil bij Patmos en deze zeven gemeenten.

Brief aan Laodicéa

Deze week staan we vanuit Openbaring 3 stil bij de brief aan de gemeente van Laodicéa.

Bijbelstudievideo met Paul Nijsse

Bijbelstudievragen

  1. Veel christenen kunnen bij de brief in Openbaring aan Efeze wel zeggen: ‘de eerste liefde verlaten’. De andere brief die het meest tot de verbeelding spreekt is aan Laodicéa? Welk aspect uit deze brief staat dan vaak op de voorgrond?
  2. Hoe zien de gemeenteleden in Laodicea zichzelf? Hoe ziet God hen? Hoe kan het verschil daartussen zó groot zijn?
  3. Water, gezondheidszorg en handelsbanken zijn de typische concrete punten in Laodicea. Welke punten kenmerken jouw woonplaats, waar staat jouw woonplaats om bekend? Hoe is dat van invloed op jullie kerkelijke gemeente?
  4. In het jaar 60 na Christus werd Laodicea verwoest door een aardbeving. De stad was zó rijk dat er geen overheidssteun nodig was om de stad te herbouwen, zoals in Sardis. Toch is na een aardbeving in 1354 niets meer van deze stad over. Rijkdom geeft veel mogelijkheden, maakt het leven op een bepaalde manier makkelijk? Door omstandigheden kan je rijkdom ineens kwijtraken en met lege handen op puinhopen achterblijven?
  5. Volgelingen van Christus zullen overwinnen en met Hem zitten op tronen. Rijke mensen kopen voor zich toch vaak de beste posities? Is het niet vreemd dat deze negatieve brief met dit vooruitzicht afgesloten wordt? Of is het juist heel troostvol, dat God zijn vijanden niet alleen de zonden en schulden vergeeft, maar óók als overwinnaars op tronen zet?
  6. Welk oordeel staat daar tegenover in vers 16? Wat is het nut van tijdelijke oordelen of straffen, in vers 19?
  7. Zou jij je thuis voelen in deze gemeente? Waarom wel/niet?

Dagelijkse podcast Een goed begin

Luister elke dag onze podcast als luisterdagboek in je favoriete podcastapp!
Deze week met Willem de Potter.

Meditatie

Afzender | Openbaring 3: 14

De gemeente van Laodicea wordt aangesproken door de Amen. In de Heidelbergse Catechismus wordt de vraag gesteld: ‘wat betekent het woordje amen?’ Het zal waar en zeker zijn! Hij noemt Zich dan ook de trouwe en waarachtige Getuige. Christus getuigt wat Hij bij Zijn Vader gezien heeft (Johannes 8). Niemand anders kan dat doen. Christus getuigt ook dat Hij alleen Zijn Vader kent en al zijn volgelingen aan wie Hij de Vader bekendmaakt (Mattheus 11). Christus alleen is de Waarheid in eigen Persoon. Hij noemt Zich ook het Begin der schepping Gods. Johannes begint zijn evangelie met eenvoudige, verheven woorden bij de schepping. Gods scheppend spreken was ook het werk van Christus. Deze getrouwe Getuige zal ons niet op een dwaalspoor brengen. De naam ‘Amen’ doet ook denken aan de naam ‘HEERE’: Ik zal zijn, wie Ik zijn zal. Dat is echt waar, van begin tot eind.

Lauw | Openbaring 3: 15-17

Wat een beschamende woorden spreekt deze getrouwe Getuige. We hoeven er niet aan te twijfelen of Hij het goed ziet. Niet koud, niet heet. Een koude drank is heerlijk als je verhit en dorstig bent. Een hete drank doet je goed, als je het koud hebt. Maar lauwe drank staat altijd tegen. Jezus zegt dit over de werken van de gemeente van Laodicea. De gemeente van Laodicea begrijpt deze vergelijking heel goed. Door de stad stroomt het water van vulkanische bronnen, die een eind buiten de stad heet water geven. Het water is grotendeels afgekoeld, als het de stad bereikt. Het is vies, lauw en onbruikbaar als drinkwater. Wat wil Jezus hiermee zeggen? De mensen kennen de waarheid, hebben een christelijke belijdenis en richten hun leven ernaar. De Bijbel heeft een plaats in hun leven. Ze zijn beslist geen heidenen. Ze zijn dus niet koud. Maar het mag niet teveel kosten. Ze doen wat water bij de wijn als het zo uitkomt. Je moet wat door de vingers kunnen zien. Als Gods geboden een offer vragen, wordt er wat geschipperd. Heel hun hart is gericht op de wereld en wat die te bieden heeft. De godsdienst willen ze ook niet graag missen, want je kunt toch ook niet zonder God. Hij geeft immers kracht en hoop als het leven moeilijk is. En bij het sterven willen ze graag naar de hemel. Er is echter geen enkel besef van Gods heiligheid en rechtvaardigheid. Ook niet van de aard van de zonde, van de diepte van hun verlorenheid. Ook niet van de onbegrijpelijke liefde van God, die Hij bewees in de komst van Christus op aarde. Geen besef van de liefde van Christus en van de diepte van Zijn lijden. Geen behoefte aan het vernieuwende werk van de Heilige Geest in het hart. Niet heet dus. Het is een godsdienst zonder God, een lege huls. En daarom: afgodendienst, hoe christelijk het er ook uitziet. Voel jij je thuis in een gemeente als Laodicea, niet koud, niet heet?

Deze uitroep van de Heere Jezus, doet ons denken aan Zijn intocht in Jeruzalem. De opgetogen menigte riep: “Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!” De Joden keken uit naar een koning die vrede zou geven, door te verlossen van de Romeinen. Vrede! Daar verlangen ze naar. Maar Jezus weende over de stad Jeruzalem. Als ze écht naar vrede zouden verlangen, dan zouden ze Hem erkennen als Lam Gods dat de zonde van de wereld wegdraagt. Hij kondigde de verwoesting van Jeruzalem aan, terwijl om Hem heen de mensen juichten en met palmtakken zwaaiden. Zo schrijft Jezus nu ook in de brief aan Laodicea. Was je maar koud of heet! Wat een bewogenheid met verloren zondaren horen wij in deze uitroep. Juist die lauwheid maakt mensen zo slecht aanspreekbaar. Want ze zien hun gebrek niet in. Uit bewogenheid doet Jezus nogmaals deze ernstige oproep. Maar als deze roepstem vruchteloos blijft, zal Jezus hen uitspuwen. Als we iets verkeerds hebben gegeten of ziek zijn spugen we het uit. Maar lauw water is zo walgelijk, dat spuug je uit zodra het in je mond komt. Zo zal Christus ook de lauwe christenen uitspuwen. De Heere Jezus wijst hierop in het slot van de Bergrede. Hij zegt over de grote dag van Zijn wederkomst: “Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” Vreselijk einde, voor mensen die zich bij Gods volk rekenden! De verwoesting van Jeruzalem verbleekt daarbij.

De tegenstelling is immens groot. Aan de ene kant hoe de gemeente zichzelf ziet. Aan de andere kant, hoe Christus hen ziet. Rijk, rijker, rijkst zo zien ze zichzelf. Waarin bestaat hun denkbeeldige rijkdom? Wij geloven in Jezus Christus, Gods Zoon. Hij is onze Heiland. Hij heeft voor onze zonden betaald en zal ons in de hemel brengen. God is onze Vader en zal ons altijd van al het nodige voorzien. Wij hebben de Heilige Geest ontvangen en delen in Zijn gaven. Alles wat van God is, zullen wij erven, omdat wij Gods kinderen zijn. Ze menen het te bezitten, zonder eigendomsbewijs te hebben. En ze weten het zelf niet. Dus het is bedrog, terwijl ze werkelijk menen dat het waar is. Laten wij de getrouwe Getuige bidden om licht en waarheid. Of Hij het ons laat ontdekken, als dit onze toestand is.

Hoe ziet Jezus hen? Als ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt. Ze missen dus alles. Ze leven buiten Gods gemeenschap. De toorn van God en de vloek van de heilige Wet ligt op hen. Ze zijn nog in de macht van satan. Hun schuld is niet verzoend, hun leven niet vernieuwd. Ze leven dus geheel voor eigen rekening. Maar ze zien het niet in, ze zijn er blind voor. Ze missen het kleed van Christus’ gerechtigheid, en denken goed gekleed te zijn. Is er een verschrikkelijker vergissing denkbaar? Ze zijn als de dwaze maagden, die in bruiloftskleding en met brandende lampen naar het bruiloftsfeest reisden. Maar ze kwamen nooit binnen. Let erop hoe oneindig goed de Heere Jezus is voor lauwe christenen. Hij zegt dit, nu de genadetijd nog niet voorbij is. Hij moet van hen walgen, maar met alle bewogenheid die in Hem is, geeft Hij nog heilzame raad! Heb je er ook belang bij om naar Zijn raad te luisteren?

Kopen | Openbaring 3: 18-19

Christus nodigt uit om bij Hem te komen kopen. Hun eigen rijkdom is immers waardeloos. Voor schatten met eeuwige waarde moet een mens bij Hem zijn en bij niemand anders. Maar hoe kan die koop gesloten worden? Heeft een mens iets waarmee hij kan betalen? Wat kan hij God aanbieden, om vrede, verzoening, vernieuwing en eeuwig leven te kopen? Dat is onmogelijk. Wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? Niets. En toch kan het. De koopsom, de prijs, is nul! Hier opent zich de onuitputtelijke bron van vrije genade. De koopprijs lezen we in het laatste Bijbelhoofdstuk: “Die dorst heeft, kome en die wil, neme het water des levens, om niet.” Ook in het Oude Testament is dit rijke Evangelie al bekendgemaakt. Hoor Jesaja roepen: “O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!” De koopsom is volledig betaald door Christus. Wat een wonder van genade, dat Jezus lauwe zondaren uitnodigt aan Zijn marktkraam. Nu moet er in jouw leven een beslissing vallen. Het is één van beiden: Word je een koper tegen deze prijs? Of blijf je bij Hem weg?

Goud hoort bij de kostbaarste schatten die op aarde zijn. Gouderts moet het vuur in, zodat het metaal in het erts smelt en opgevangen kan worden. Dat smeltproces zorgt dat zuiver goud overblijft. Dat is in Laodicea een heel bekend beeld. De handelsbanken in Laodicea waren overal bekend en zeer winstgevend. Jezus raadt aan om zuiver goud te kopen. Welk goud biedt Hij te koop aan? Dat is Zijn gerechtigheid. Die gerechtigheid bestaat uit twee dingen. Wat Hij leed, tot verzoening van de schuld. En wat Hij deed, om de Wet te vervullen. Beide dingen kan een zondaar nooit. En wat is dit goud in een hete oven gesmolten! Christus heeft het vuur van Gods eeuwige toorn gedragen. De helse angsten heeft Hij doorstaan. Deze gerechtigheid geeft Christus nu aan zondaren, die alle gerechtigheid missen.

Jezus legt dit goud in lege handen. Dat is nu ook juist de reden, dat zoveel mensen in Laodicea deze heerlijke koop niet sloten. Hun handen en hun zakken zijn niet leeg. Ze zijn rijk en verrijkt en hebben aan geen enkel ding gebrek. En wij? Zo lang wij ons nog in leven kunnen houden, dan hebben wij dit goud niet nodig. Dan houden we onze handen niet op. Dat is onze hoogmoed, die tot in het diepst van ons hart zit. Gelukkig dat de Heere middelen weet om een zondaar te overreden. Anders kocht er niet één.

Het goud is ook beeld van het geloof. Het geloof neemt aan, maar het wordt aangevochten en beproefd. Gelukkig mist de duivel hiermee zijn doel. In de oven van de beproeving, gaat dit goud alleen maar meer waarde krijgen. Petrus vergelijkt in zijn brief namelijk de beproeving van goud in vuur met de beproeving van het geloof. Het geloof is veel kostbaarder dan goud. Als goud al in het vuur gedaan wordt om het te zuiveren, dan is het zeker nodig om het geloof te zuiveren. Dit is tot lof, eer en heerlijkheid van Christus.

Over dit witte kleed schreef Christus ook aan de gemeente van Sardis. Aan Laodicea biedt Hij het te koop aan. Ze lopen te schande, zonder dat ze het weten, want ze lopen er netjes bij. Maar voor God kunnen zij niets achter mooie kleding, die ze met eigen geld hebben gekocht, verbergen. Er zal een moment aanbreken dat deze kleding uit gaat. Dan zal de schande van hun naaktheid openbaar worden. Na de zondeval missen Adam en Eva de kennis van God, de onschuld, de heiligheid. Ze schamen zich voor hun naaktheid. Vijgenbladeren helpen niet om deze schande te bedekken. Een zwart pak evenmin. Doe jij goed je best om wat te maken, waarmee je jezelf zo goed mogelijk bedekt? Om zo goed je kunt te gehoorzamen aan Gods geboden? Daarvoor is maar één kleed, en Christus biedt het aan. Dat is Zijn onschuld en volkomen heiligheid. Op één voorwaarde: dat je afstand doet van je eigen gerechtigheid. Je kan dit witte kleed niet over je eigen kleding aantrekken. Onze gerechtigheden, onze beste daden, zijn verwerpelijk. Onze beste werken zijn wel onze plicht, maar ze geven ons geen rechten. Waarom zou je dit heerlijke kleed weigeren? Als je het ontvangt, ontstaat een diep verlangen om heilig voor God te leven.

Ogenzalf is in Laodicea een bekend product. Er is een medisch centrum voor oogkwalen, waar mensen uit de wijde omgeving voor komen. Daarom juist is het verwijt van Jezus zo scherp. De mensen in Laodicea kunnen goede ogenzalf verkopen, maar beseffen hun eigen blindheid niet. Nu raadt Christus Zijn ogenzalf aan om van geestelijke blindheid te genezen. Jezus heeft tijdens Zijn omwandeling op aarde meerdere blinden genezen. Hij sprak tot de blindgeborene, nadat die genezen was, dat Hij de rollen zou omdraaien. De blinde mensen worden uit genade genezen en gaan alles zien, alle andere mensen worden door het oordeel juist blind. Jezus bedoelt hier een geestelijke blindheid. Deze geestelijke blindheid is een vreselijke ziekte. Je ziet niet wat je mankeert, en loopt voorbij aan Wie je helpen kan. Wie zijn gebrek weet, kan hulp zoeken. Wie zijn ziekte ontkent, zoekt geen genezing.

Welke zalf biedt Jezus nu aan? Het werk van de Heilige Geest. Die geeft kennis van jezelf. Hij laat je door Gods Woord zien, hoe diep je gevallen bent. Dat er zo’n diepe kloof ligt tussen God en jou, dat je die nooit kunt overbruggen. Dat je zo verdorven bent, dat je dat nooit kunt herstellen. Dat je schuld zo groot is, dat je er nooit voor kunt boeten. Maar die zalf doet meer. De Heilige Geest geeft ook kennis van Christus. Hoe Hij alles heeft gedaan wat nodig is, om weer met God verzoend te kunnen worden. Als je eens de Heere Jezus, de Zon der gerechtigheid, hebt mogen zien, dan is het als bij de Israëlieten in de woestijn. Eén blik op de koperen slang was genoeg, om te genezen van de dodelijke slangenbeet. Maar je ziet nog meer. Christus zei tot Filippus: “Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien.” Dan zie je de grote liefde van een Drie-enig God voor een verloren mens.

Bekeren | Openbaring 3: 19-20

Deze woorden kunnen veel weerstand oproepen. De zin wordt ook vaak omgedraaid, maar dat kan niet. Kastijding, lijden, straf, is nog geen bewijs van Gods liefde. Farao heeft Gods kastijding diep gevoeld. Tien plagen gingen over hem en zijn volk heen, maar het was alleen een voorbode van de totale en eeuwige ondergang. Gods liefde is dus geen doekje voor het bloeden als mensen in nood en lijden verkeren. Alsof Hij met je mee lijdt en het wel weer goed zal maken. Dat kan alleen in de weg van schuldbelijdenis en vergeving. Wat bedoelt Jezus dan met deze woorden? Hij heeft heel scherpe woorden gesproken. Nu zegt Hij: dat doe ik uit liefde. Christus heeft in Laodicea een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren. Zijn bestraffing is tot hun welzijn, opdat ze zich zullen bekeren en leven.

Nu kan het zijn dat jij diep lijden moet ervaren. Is je gezondheid aangetast? Heb je geliefden verloren, die je niet missen kon? Zijn je vooruitzichten en plannen in rook op gegaan door tegenslagen? Hebben mensen jou onherstelbaar beschadigd? Gaat jouw weg geheel tegen je hoop en verwachtingen in? Ervaar je eenzaamheid? Voel je niets van Gods ondersteuning en nabijheid? Is Hij de grote Afwezige? Dan kan ik me voorstellen dat je steigert, als je dit hoort. Toch is Hij de getrouwe en waarachtige Getuige. Het leed heeft een doel: dat je je enige troost in leven en sterven niet hier op aarde zoekt, maar bij Jezus alleen.

Gaat deze oproep niet uit van de vrije wil van de mens? Nee, dat kan niet. Jezus weet als geen ander, hoe diep een mens gevallen is. Dat er geen kracht in een zondaar is om zich te bekeren. Elk mens is van nature dood in zonden en misdaden en zoekt daarom God niet en bekeert zich niet. Wat je ook tegen hem zegt. Waarom dan toch deze oproep? Om jou geen ruimte te laten voor afwachten en nietsdoen. Zeker, bekering is Gods werk. Maar Hij heeft genademiddelen gegeven, die je niet verachten mag. Laat dat Woord dus niet dicht, maar onderzoek het en bid om de Heilige Geest. Die kan jou levend maken en leiden tot de kennis van Christus. Geloof nooit dat dit vruchteloos is. Dat maakt de duivel je wijs. Ja maar, zeg je misschien, ik bid niet oprecht. Geef aan deze influistering van de duivel geen gehoor. Vraag je niet in de eerste plaats af, of je wel verhoord wordt. De verloren zoon vroeg geen vergeving en herstel, maar beleed alleen zijn schuld. Hij had alles er door gebracht, had geen enkel recht meer, maar toch moest hij terug naar zijn Vader. Dat is bekering! Onvoorwaardelijke overgave. De laagste plaats is niet te laag. Want het is terugkeren of sterven. Wat viel het mee voor de verloren zoon!

De gedachte kan bij ons leven, dat wij met ons bidden de Heere tot genade en vergeving moeten bewegen. Toch is het precies andersom. Jezus staat aan de deur van ons hart te kloppen en vindt hem dicht. Hij spreekt de waarheid. Dus als je het gevoel hebt, dat jij aan een dichte deur staat te kloppen, dan vergis je jezelf. Zullen we ons afvragen waarom onze gebeden niet beantwoord worden? Stellen we de verkeerde vragen? Stellen we de Heere eisen of voorwaarden? Verwachten we bepaalde ervaringen of gebeurtenissen? Staan onze oren wel open voor Zijn antwoorden?

Hier hebben we een heel duidelijk antwoord op ons bidden. Ik sta aan de deur, zegt Jezus. Ik klop aan de deur van jouw hart, om binnengelaten te worden. Is Hij zo dichtbij? Ja, er zit maar een deur tussen. Maar wij hebben ons hart gesloten, vergrendeld. Die grendels kunnen bestaan uit onverschilligheid en onwil. Het kan goed zijn dat jij helemaal geen zoeker of bidder bent. Misschien zeggen God, de Bijbel en de hemel jou helemaal niets. Je voelt niets, je verlangt niets, je hebt het hier prima naar je zin. De Heere Jezus heeft je aangeraden om gratis goud, witte kleding en ogenzalf te kopen. Maar je hebt er geen behoefte aan. Als jij je vrienden, hobby’s, studie, uitjes, biertjes, muziek, game, vakantie of baan hebt, mag een ander van jou de Bijbel en het geloof wel hebben. Toch laat de Heere het er niet bij, als je Hem afwijst. Als jij dan niet naar Hem komt om te kopen, komt Hij naar jou. Wij vinden iemand die aan onze deur komt misschien opdringerig. Dat is precies hoe het voor de Laodicenzen was. Romeinse ambtenaren konen in elk huis in de stad onderdak afdwingen. Dat riep veel verzet op. Christus dringt zich niet op, maar Hij vraagt toegang. Diegene kan zelf beslissen of hij wil opendoen. Dat betekent wel dat Christus buiten staat, in Laodicea. Ze konden alles zelf heel goed, ze hadden Jezus niet nodig. Bekering voor deze gemeente betekent dus: Jezus Christus vrijwillig opnieuw in het leven toelaten.

We kunnen ons hart ook om heel rechtzinnige redenen gesloten houden. God moet het doen. Ik ben onbekeerd en een dode zondaar kan niets. Wat ik steel moet ik weer terug geven, dus ik wacht tot ik het krijg. Het kan allemaal waar zijn. Maar als deze grendels jouw hart afsluiten voor een kloppende Christus, bedenk dan, dat ze met de jaren steeds vaster zullen roesten. Denk je dat je ermee weg komt op de grote dag waarop wij allemaal voor God zullen staan? Als je zelf in contact probeert te komen met iemand, en diegene negeert je de hele tijd, dan geef je het gauw op. Je wilt niet geskipt worden, toch? Besef dat Christus nu aan jouw deur staat, en daar niet altijd blijft staan! Als Hij vertrekt, is er geen verontschuldiging, geen excuus mogelijk. Dan moet je eeuwig klagen dat je Zijn stem niet wilde horen en dat je de deur dicht gelaten hebt. De schuld ligt niet bij God, als je verloren gaat.

Let je op de woordvolgorde in de tekst? Inderdaad, Jezus zegt dat de deur wordt geopend door de mens, die Jezus’ stem hoort. Dat betekent niet dat het openen van de deur afhangt van jouw bereidwilligheid. Wees eerlijk, je bent niet bereidwillig. Maar gelukkig, dat staat God niet in de weg. Zoals Hij het Begin is van de schepping Gods, zo is Hij het ook van de herschepping. Let op het woord ‘iemand’. Dat woord sluit niemand uit. Je kunt godsdienstig zijn als Lydia. Gierig als Zacheüs. Goddeloos en wreed als Manasse. Slecht als de Samaritaanse vrouw. Zelfs vlak voor het sterven als de moordenaar. Wie en wat je ook bent, jij wordt door Jezus aangesproken. Christus verschaft Zich toegang door Zijn spreken.

Als Jezus binnenkomt, wordt Hij zelf de Gastheer, en de zondaar mag bij Hem aan tafel zitten. Zoals Jezus bij de Emmaüsgangers liet zien. Hij zegende het brood en gaf het hun. Bij het woord ‘avondmaal’ moeten we eerst denken aan samen de maaltijd gebruiken. Zeker in de oosterse cultuur is dat een teken van vertrouwen en relatie. Het is ook een teken van de nauwe geestelijke gemeenschap met Christus. Alles wat Hij heeft, is voor hen, die Hem mogen ontvangen. En Hij komt, om hen nooit meer te verlaten. Zeker, voor het gevoel kan dat wel eens zo lijken, maar in werkelijkheid is de eenheid tussen Christus en Zijn volk onverbrekelijk. Alleen God Zelf kan aan deze eenheid woorden geven. En dat deed de Vader, toen Hij aan Zijn Zoon de heerlijke naam Immanuël gaf: God met ons.

In dit leven hier op aarde maakt de zonde vaak weer scheiding, als Gods kind afdwaalt. Soms kan er lange tijd veel te weinig honger en dorst zijn naar de Heere Jezus, het Brood des levens. Maar de Heere belooft dat Hij Zijn volk in eeuwigheid niet zal beschamen. Als hier op aarde werkelijk avondmaal is gehouden met Christus, zal dat eens eeuwig worden voortgezet. In Openbaring 19 spreekt de engel tot Johannes: “Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams.” Zal Hij, die Zich de Amen noemt, geen woord houden?

Troon | Openbaring 3: 21-22

Als ik hierover wil denken, merk ik dat mijn verstand te klein is. Met Christus en Zijn Vader zitten in Zijn troon? Als een overwinnaar bij de grote Overwinnaar? Tegen wie spreekt de Heere Jezus? Het kan zinspelen op een schatrijke familie in Laodicea, waarvan iemand lang geleden beloond was met het koningschap over een deel van de provincie Klein-Azië en familieleden sindsdien op allerlei belangrijke posten en tronen in het Romeinse rijk zaten. Het moet voor de christenen in Laodicea in elk geval een bekend beeld geweest zijn. Maar, zij als lauwe christenen op tronen? Ga eens terug naar het begin van de brief. Lauwe christenen, waard om uitgespuwd te worden. Ellendig, arm, jammerlijk, blind, naakt. En waren ze verlegen om genade? Allerminst. De Heere bood Zijn genade aan. Maar ze kwamen niet. Hij kwam persoonlijk aankloppen op hun deur. Wat een afwijzing, wat een tegenstand moest Hij verdragen, om deze verblinde schijnchristenen te overreden.

En juist de ellendigste gemeente van allen, waar niets goeds van te melden is, wordt de hoogste eer in het vooruitzicht gesteld. Als ze overwinnen. Hebben zij iets te overwinnen dan? Er wordt helemaal niet over strijd en vervolging gesproken. Toch is er in Laodicea een heel gevaarlijke en sterke vijand. Het eigen, onwillige, verdorven bestaan, dat vijandig is tegen het Evangelie van vrije genade. De gevaarlijkste vijand die bestaat, want die is altijd bij je. Het hoogmoedige, eigen ik. Als de Heere Jezus nu zulke verachters van Hem nog redden wil, dan is er ook hoop voor jou en voor mij. Wat een wonder!

Maar deze ereplaats? Dat er toegang is in de hemel voor zondaren, geloof ik. Dat er vrij gegeten mag worden van de Boom des Levens, is groot. Dat Lazarus getroost wordt in Abrahams schoot, is mooi. Dat de martelaars uit Smyrna een kroon wordt beloofd, geeft moed. Dat mensen met kleine kracht een blijvende plaats in Gods tempel krijgen, eveneens. Maar de troon, waar Christus met Zijn Vader zit, is toch geen plaats voor hen, die Jezus verachtten? Vind je het hoogmoedige vragen? Vragen van ongelovige twijfel bij Gods werk? Inderdaad, het is onbevattelijk. Juist in deze brief aan de gemeente van Laodicea, juist voor verachters is genade mogelijk!

Christus heeft door Zijn Geest gesproken tot de gemeenten in Klein-Azië. Ook tot jou en mij. Je kunt nooit meer zeggen dat je Zijn stem niet gehoord hebt. Hij heeft je op de meest indringende wijze genodigd en al Zijn zegeningen uit het genadeverbond aangeboden. Wat zegt je hart?

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: