De Heere dienen in je studie

Thema: Christen-zijn De Heere dienen in je studie

Studeren, eindelijk! Studeren is veel meer dan alleen maar beginnen aan een opleiding. Je maakt kennis met allerlei nieuwe dingen. Maar je komt ook in een nieuwe wereld terecht. Hoe ga je in die wereld om met de relatie tussen geloof en wetenschap? Moet je dat scheiden? Zijn alle wetenschappelijke disciplines gevaarlijk? Verlies je het geloof in God als je studeert? Over dit soort vragen spreek ik met Robert van Putten. Hij werkt aan de Vrije Universiteit als docent aan de opleiding bestuurskunde en is bezig met een promotieonderzoek.

Robert herinnert zich de stap naar de universiteit nog goed. “Ik ging eerst naar het hbo. Deze stap ging vrij geruisloos. Na een jaar stapte ik echter over naar de universiteit. Dit was een radicale verandering. Ik koos bewust voor de studie bestuurskunde. Ik ging van Apeldoorn naar Rotterdam. Ik herinner me het gevoel van avontuur en spanning. We gaan een avontuur aan en we zien wel waar het eindigt.”

Filosofie
Robert was gewaarschuwd voor de gevaren van de wetenschap, maar zag zelf geen reden om negatief te zijn. “Ik vond alles vooral heel interessant!” Een jaar later begon hij een tweede studie: filosofie. “Dat was een heftige ervaring! Je kreeg daar het filosofische geweld van de negentiende en twintigste eeuw over je heen. Er werd daar, in navolging van de seculiere Jonathan Israel, een seculier verhaal verteld over de geschiedenis van de moderne samenleving. Alle waarden die wij belangrijk vinden, waren verworvenheden van de seculiere verlichting. Vanaf het moment dat mensen God loslieten en zelf gingen denken, ging het beter. God was iets van het verleden.” Achteraf ontdekte Robert dat er ook een ander verhaal verteld kan worden. Hij ontdekte dit door de christelijke filosofie (reformatorische wijsbegeerte) en het lezen van de Canadese filosoof Charles Taylor. “Ik ontdekte dat het heel veel uitmaakt of je een christelijke visie hebt, of een moderne, seculiere visie.”

Vanzelfsprekendheid voorbij
Er zijn verhalen bekend van reformatorische jongeren die tijdens hun studie het christelijke geloof, dat ze van huis uit hebben meegekregen, verliezen. Daarom wordt er gewaarschuwd en proberen scholen en kerken jongeren voor te bereiden op wat je in je studie tegenkomt Robert heeft deze gevaren zelf niet zo ervaren. Zeker de methodiek van de wetenschap geeft daar geen aanleiding toe, volgens Robert. “Dankzij de reformatorische wijsbegeerte was ik er snel van overtuigd dat de wetenschap geen zinnig antwoord kan geven op de vraag of God wel of niet bestaat.” Tegelijk merkte Robert wel dat hij ook een kind van zijn tijd is. “Ik herken de vragen en twijfels om mij heen wel. De vanzelfsprekendheid is voorbij. Vroeger was geloof vanzelfsprekend. Voor Luther, bijvoorbeeld, was het ondenkbaar dat God niet bestaat. In onze tijd is niet geloven een reële optie geworden. Voor mijn buurman kan het namelijk heel overtuigend zijn om niet te geloven. Dat komt dichtbij.” De vanzelfsprekendheid van het christelijke geloof vind je nog wel in de beschutte reformatorische wereld, maar is meteen voorbij als je daaruit treedt. “In een multireligieuze stad als Rotterdam, waar ik studeerde, is alles een keuze, of een optie. Twijfel is zelfs meer vanzelfsprekend. Radicaal ben ik nooit het geloof in het bestaan van God kwijt geweest, wel zijn er vragen die boven komen. Secularisatie betekent dat geloven én niet geloven beiden echte opties zijn geworden. Dit zal bij ons blijven, dat beïnvloedt ons. Dit begrip van secularisatie vind ik veel spannender dan allerlei sociologische observaties.”

Beeldvorming
Robert werkt nu binnen de wetenschap. Hij vindt dat het beeld dat jongeren meekrijgen van de wetenschap vanuit de kerk en de school niet representatief. “Dat beeld is te eenzijdig negatief. Het grote conflict tussen christelijk geloof en wetenschap dat ervaren wordt, ligt niet in de wetenschap zelf. Toch wordt er wel vaak zo over gesproken. Bovendien, spreken over dé wetenschap is ook niet mogelijk, omdat er bijvoorbeeld grote verschillen zijn tussen geesteswetenschappen en natuurwetenschappen.” Robert vindt dit jammer, maar ook verblindend. “De methodieken van de wetenschap zijn niet antichristelijk. Het gaat om de aannames, de veronderstellingen, deze zijn gebaseerd op puur naturalistische of evolutionistische modellen. Je kunt dus zeggen dat een vakgebied daardoor problematisch is, maar dan wijs je niet de kern van het probleem aan. En juist op het punt van die vooronderstellingen kan je vorming krijgen, ook vanuit christelijk perspectief. Tegen de wetenschap zelf waarschuwen is niet zo zinvol.” Robert ziet nog een probleem, het eenzijdig waarschuwen voor evolutietheorie en moderne Bijbelkritiek: “Het geeft studenten een beeld mee waar de gevaren zitten en waar je ‘veilig’ kunt studeren. Je kunt wel economie studeren, zonder als christen te botsen met ideeën binnen de wetenschap, terwijl biologie of psychologie juist heel gevaarlijk zouden zijn. Dit is niet waar. Alfa- en gammawetenschappen zijn niet ‘veiliger’ dan bètawetenschappen. Want hoe dichter het bij onszelf komt, hoe spannender het wordt. Het wordt dan meer existentieel. Het gaat dan niet meer over de wereld buiten ons, maar over de wereld in ons. Het maakt nogal uit hoe je de mens ziet: als zelfzuchtig individu, of als een geschapen mens naar het beeld van God, om te zorgen voor anderen.

Naïef
Zijn punt is dat in iedere wetenschap wereldbeelden en mensvisies een belangrijke rol spelen: “Je bent heel naïef als je denkt dat je buiten de gevarenzone zit. Je ziet het niet, maar je drinkt van alles in. Je moet je er heel erg van bewust zijn dat objectiviteit niet bestaat, maar dat waarden en overtuigingen altijd een rol spelen. Daar moet je op reflecteren: zijn de wereldbeelden goed, of niet? Corresponderen ze met de uitgangspunten van het christelijke geloof? Ja? Dat is mooi. Nee Wat dan? Kun je ermee leven, of zijn er alternatieve wereldbeelden vanuit het christelijk geloof? Studenten komen er soms pas na jaren achter dat hun vakgebied allesbehalve neutraal is. Dat is jammer.”

Positieve benadering
Bij christen-zijn in de wetenschap hoeft het volgens Robert niet alleen over gevaren te gaan. “Je moet niet alleen verkeerde denkbeelden opsporen, maar ook goede denkbeelden kunnen toevoegen. Bid niet alleen om bewaring, maar ook dat je je verstand vult met christelijk denken. Je kunt als christen anders kijken en dat is echt niet naïever, integendeel!” Hij pleit daarom voor een positieve benadering, ook vanuit de kerk. “Alleen waarschuwen doet studenten en wetenschappers uit onze kerken geen recht. Het stimuleert ze vooral niet om wetenschap en geloof positief met elkaar te verbinden, terwijl ook dat heel goed mogelijk is. Sterker nog, de Bijbel spoort daartoe juist aan! Studeren heeft alles te maken met je roeping als christen. Wie ben je? Wie behoor je te zijn? Wat betekent het om God lief te hebben?”

Met heel het verstand
Robert vertelt hoe hij zelf gaandeweg ontdekte hoe hij als christen positief in de wetenschap kon staan. “Als student was ik individueel bezig. Ik studeerde hele dagen. Wat betekent het dan om christen te zijn? Als student heb je weinig geld, dus geven aan mensen die het nodig hebben, gaat niet. Praktisch bezig zijn lukte me ook niet. Bovendien zoek je dan het dienen van de Heere buiten je studie, terwijl je juist daar je weken mee vult!” Robert werd geraakt door de samenvatting van de Wet die de Heere Jezus geeft: En gij zult de Heere uw God liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht (Mark.12:30). “God liefhebben met heel je verstand. Als ik met mijn hoofd bezig ben, dan moet ik God dus juist daarmee dienen. Want dat is het grootste deel van je leven. Dan komt deze roeping heel dichtbij. Het verstand wordt nadrukkelijk genoemd.”

Anders denken
Maar hoe doe je dat dan? God dienen met je verstand? “Juist het Nieuwe Testament spreekt heel waarderend en positief over het verstand, bijvoorbeeld in Romeinen 12 vers 2: Wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed. Daar gaat het om een totaal andere manier van denken dan in de wereld om je heen gangbaar is. Ook in 2 Korinthe 10 vers 5 zegt Paulus dat hij alle gedachte gevangen leidt tot de gehoorzaamheid van Christus. Laat deze passages op je in werken. Hoe kijk je vanuit christelijk perspectief naar je studie? Dan probeer je te zoeken naar overeenkomst met je christelijke denken. Christen-zijn als student gaat niet allereerst om de regeltjes wat je wel en niet mag doen, maar om je gedachtewereld: hoe ziet die eruit? Je moet als student niet seculier zijn in je denken, dan word je gevangen gehouden!” John Piper wijst er ook op dat het je roeping als christen is om te veranderen in je denken. “Dat heeft te maken met de glorie van God. Het gaat om Zijn eer. Daar mag en kun je je verstand niet van uitsluiten. Deze roeping komt tot je.” Daarom vindt hij een ‘boedelscheiding’ (waarin je wat je gelooft in de kerk radicaal buiten wetenschap en studie houdt) geen optie. “Zelf wil en kan ik het niet scheiden. Ik vind het juist goed kritisch naar veronderstellingen in mijn vakgebied te kijken en daarop vanuit christelijk perspectief te reflecteren. Een van de veronderstellingen in mijn vakgebied is dat de samenleving ‘maakbaar’ is. Hoe gaat de overheid om met maakbaarheid? Mijn onderzoek gaat daarover.”

Concreet
Deze benadering heeft een aantal concrete gevolgen: “Je speelt verstand en geloof dan niet tegenover elkaar uit, maar gaat op zoek naar verbinding, naar manieren om geloof invloed te laten hebben over je wetenschappelijke handelen.” Hoe kun je dit concreet maken? “De Bijbel is geen wetenschappelijk boek, maar op basis van de Bijbel is er een christelijke visie ontwikkeld. Dit kun je onderzoeken en dat kun je voor jezelf gebruiken. Vervolgens kan je dat ook inzetten tot verrijking van je eigen vakgebied.” Waar begin je? “Ga als beginnende student eerst je vakgebied een beetje leren kennen. Je moet niet met argwaan beginnen. Een positieve grondhouding is belangrijk. Als je je vakgebied leert kennen, kun je ook vragen gaan stellen: Wat gebeurt er? Wat wordt er gezegd? Wat wordt er over mij gezegd? Over de samenleving? Over God? Je kunt dit doen met christelijke medestudenten, bijvoorbeeld op een studentenvereniging. Op dit thema kan je niet alles van de kerk te verwachten. Dat hoeft ook niet. Er zijn goede organisaties die kunnen helpen. Wel zou het mooi zijn als de kerk hier wat meer aandacht voor krijgt: positieve verbinding is heel belangrijk. Je kunt ook boeken lezen over deze thema’s. Ga op zoek naar christelijke auteurs en sluit een intellectuele vriendschap met een auteur. Je leert zo een gedachtewereld kennen en je eigen te maken. Dat helpt je. Ik heb zelf heel veel geleerd van de theoloog J.H. Bavinck en de christelijk filosoof Nicholas Wolterstorff.”

Leestips

  • John Piper, Gebruik je verstand (2012)
  • Alvin Plantinga, Het echte conflict. Wetenschap, religie en naturalisme (2014)
  • Nicholas Wolterstorff, Van zekerheid naar trouw. Christen-zijn en de wetenschap in een postmoderne cultuur (1996)
  • Bas Hengstmengel, Denken met het hart. Christelijke filosofie in de traditie van Augustinus en Calvijn (2015)
  • Michael Goheen & Craig Barthelomew, Living at the crossroads. An Introduction to Christian Worldview (2008)
Uitgelicht

Suggesties van de redactie

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: